Taal doen: Nederlands leren door het te beleven

Op 1 januari 2021 wordt de nieuwe inburgeringswet ingevoerd. Gemeenten krijgen de regie over inburgering en begeleiden nieuwkomers zodat ze zo snel mogelijk mee kunnen doen in de samenleving, het liefst via betaald werk. WSD begeleidt sinds half februari in opdracht van MijnGemeenteDichtbij (Boxtel, Haaren en Sint-Michielsgestel) een groep van vijf Eritreeërs volgens de kaders van de nieuwe inburgeringswet; inburgeren in combinatie met werk. Dorette Kipperman startte met de groep met taallessen: een combinatie van leren door te doen en leren op de werkvloer.

Vanaf dag 1 spreekt de groep Nederlands bij elke handeling die er in de groep gedaan wordt. Van thee drinken tot de computer aanzetten. Geen lessen afwerken achter de computer en niet alleen maar samen aan de slag. Om in een maatschappij mee te kunnen doen, moet je de taal kunnen spreken, vindt Dorette Kipperman. Daarom legt zij tijdens haar taallessen de focus op het spreken van Nederlands in de groep. Iedereen wordt vanaf het begin uitgedaagd om hardop te praten. ‘En dat is eng’, vertelt Dorette. ‘Want taal is een eigen productie. Jij bepaalt welke woorden je kiest. Maar door het te doen, leer je sneller.’

Taal uitbeelden

Voor de groep is het de eerste keer dat ze taalles volgt. ‘Ik wist dat ik taalles moest volgen maar ik wist niet hoe de lessen zouden gaan. Deze manier bevalt me wel,’ vertelt Sium. Nederlands leren bij WSD leren is ook echt doen, in spreken en handelen. Dorette: ‘Ik zeg alles wat ik doe hardop. Bijvoorbeeld als ik op een bank ga zitten: “Ik zit op de bank.” Daarna laat ik heel de groep op de bank zitten en zeg: “Wij zitten op de bank.” De groep spreekt na en we herhalen veel zodat de taal inslijt. De spreektaal bied ik zo veel mogelijk aan, gecombineerd met lezen, schrijven en grammatica.’ De deelnemers vinden de manier van trainen heel fijn. ‘Dorette doet het heel goed. Ze is geduldig, legt dingen op verschillende manieren uit en prent de woorden letterlijk in ons brein,’ vindt de groep.

Thuis oefenen

Ook het huiswerk bestaat veel uit spreken. Om thuis te oefenen is er een whatsapp-groep aangemaakt. Dorette: ‘Ik spreek zinnen in en stuur die naar de groep. Ze kunnen de zinnen die ze moeten oefenen ook meteen horen en op de juiste manier uitspreken. Dat is fijn voor mensen die laaggeletterd zijn en niks met geschreven teksten hebben. Zij kunnen luisteren en spreken zonder van tekst op papier afhankelijk te zijn. Door creatief te zijn kun je heel veel aanbieden.’ De deelnemers vinden dat ze goed gestimuleerd worden om te oefenen met de uitspraak. ‘We oefenen thuis en Dorette geeft ons de tijd om zinnen goed uit te spreken.’

Aansluiten bij beleving

Nederlands wordt in de taallessen niet woord voor woord geleerd maar meteen met hele zinnen. Meestal zijn het zinnen die aansluiten bij de belevingswereld van de groep. Dorette geeft een voorbeeld: ‘We beginnen de les met “Welke dag is het vandaag? Het is vandaag 16 maart.” Laatst was het slecht weer. De deelnemers kwamen nat en met paraplu’s binnen. Ze vragen om de woorden die bij de situatie horen. Ook al hoort het woord paraplu bij niveau A2 en komt het lichaam pas in thema 5 terwijl we bij thema 1 zijn. Ik bespreek het omdat de behoefte er is. Dat motiveert en houdt de interesse vast.’

Taalstage en taalbuddies

Het leren van de Nederlandse taal wordt in de taallessen bij WSD gecombineerd met taalstages en taalbuddies. Tot de meivakantie is de groep acht weken lang drie dagdelen per week in de klas geweest. Na de meivakantie worden de lessen aangevuld met taalstages bij Het Goed, in het groen en bij de WOP (Woonomgevingsploeg). Op de werkplek leren ze de taal van de werkplek. De taalbuddies verrichten nagenoeg dezelfde handelingen als Dorette in de les doet, maar dan op de werkplek. ‘De taalstage wordt een belangrijke aanvulling naast de lessen. We dompelen de mensen onder in taal. Na acht weken hebben de deelnemers al veel geleerd’, vertelt Dorette. ‘Ze produceren zinnen en schrijven bijna foutloos. Wat ook mooi is om te zien is dat ze elkaar corrigeren en helpen en dat ze heel gemotiveerd zijn. Wat mij trots maakt is dat twee mannen uit de groep laatst in het Nederlands over voetbal aan het praten waren. Ze proberen zo veel mogelijk te oefenen.’

Plaats een reactie

Naam
E-mailadres
Persoonlijk bericht *

Deel dit artikel